Risicobeheer

Evaluatie van het risicobeheer

Een belangrijk onderdeel binnen de financieringsfunctie is risicobeheersing. Dit in de wet Fido voorgeschreven onderdeel geeft inzicht in het risicoprofiel van de gemeente Gouda. 

Renterisico op kortlopende schuld

De Wet Fido kent een tweetal wettelijke normen te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, die beogen om de renterisico’s van lagere overheden binnen de perken te houden en te beheersen. De kasgeldlimiet ziet hierbij op het beheersen van de kortlopende schuld (met een looptijd korter dan 1 jaar) en de renterisiconorm op het beheersen van de langlopende schuld (met een looptijd langer dan 1 jaar).

Kasgeldlimiet

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

kwartaal 1

kwartaal 2

kwartaal 3

kwartaal 4

Begrotingstotaal (primitief)

260.543

260.543

260.543

260.543

In procenten van de grondslag

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

Kasgeldlimiet

22.146

22.146

22.146

22.146

Gemiddelde kortlopende schuld (-/- = schuld, + = tegoed)

41.116

35.610

14.759

11.649

Vrije ruimte

-18.970

-13.464

7.387

10.497

Om grote fluctuaties in de rentelasten van de gemeente te vermijden is de omvang van de korte financiering door de wet FIDO begrenst op maximaal 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar, met een minimum van € 0,3 miljoen. Het is hierbij niet toegestaan meer dan twee kwartalen achtereen de kasgeldlimiet te overschrijden.

Bovenstaande tabel toont dat de kasgeldlimiet in 2019 in het eerste en tweede kwartaal is overschreden. Dit is binnen de wettelijke norm en gedaan om maximaal te profiteren van de negatieve rente op kortlopende leningen.

Renterisico op langlopende schuld

Om grote fluctuaties in de rentelasten bij lange financiering te vermijden is door de wet FIDO bepaald dat een gemeente elk jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal mag aflossen, met een minimum van € 2,5 miljoen. Doel van de norm is dat gemeenten de renterisico’s over de jaren spreiden.

Renterisiconorm

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

Begroting 2019

Realisatie 2019

Begrotingstotaal (primitief)

256.000

260.543

In procenten van de grondslag

20,0%

20,0%

Renterisiconorm

51.200

52.109

Aflossingen op vaste schuld

14.200

50.500

Ruimte (+) / overschrijding (-)

+ 37.000

+ 1.609

De afwijking tussen de begrote aflossingen op vaste schuld en gerealiseerde aflossingen wordt veroorzaakt door de vervroegde aflossing van een tweetal aflossingsvrije leningen voor in totaal € 36,3 miljoen.

Kredietrisicobeheer op verstrekte geldleningen en overige uitzettingen

De gemeenteraad heeft als algemeen uitgangspunt vastgesteld dat alleen leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak worden verstrekt. Andere uitzettingen zijn op grond van de Wet Fido niet toegestaan. Eventuele overtollige financiering mag uitsluitend nog worden belegd bij banken die voldoen aan de juiste kredietwaardigheid, de Rijksoverheid of medeoverheden.

Kredietrisicobeheersing richt zich op de kredietwaardigheid (en dus risicoprofiel) van de tegenpartij bij financiële transacties. Kredietrisico’s kunnen worden gelopen vanuit uitzettingen (verstrekte geldleningen, beleggingen) of uit verleende garanties.

Onderstaande tabel geeft inzicht in de aard van de uitzettingen per 31 december 2019.

Totaal uitzettingen

Bedragen * € 1.000

Begroting 2019

Realisatie 2019

Publieke taak

Leningen aan verenigingen, stichtingen en natuurlijke personen

61

60

Leningen aan woningbouwcorporaties

0

0

Prudent beheer

Uitzettingen bij financiële instellingen (rating A + hoger)

16

2.314

Overige (semi-)overheidsinstellingen

0

10.000

Overige toegestane instellingen

0

0

Overige niet toegestane instellingen

0

0

Totaal

16

12.374

De uitzettingen aan verenigingen, stichtingen en natuurlijke personen betreffen verstrekte geldleningen in het kader van funderingsherstel, Dierentehuis Midden Holland en de Smartphones aan het gemeentelijk personeel.

De uitzettingen bij financiële instellingen met een rating van A+ of hoger betreffen de deelname in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting en het Nationaal Restauratiefonds.

Op 31 december 2019 was een bedrag van € 10 miljoen aan tijdelijke overliquiditeit uitgezet in ’s Rijks Schatkist.

Liquiditeitsrisico

In 2019 was de toegang tot de kapitaalmarkt het gehele jaar gewaarborgd, waardoor er voldoende geldmiddelen beschikbaar waren om aan directe verplichtingen te voldoen.